Broers

Wat is erger voor broers? Geslagen worden of zien dat de ánder mishandeld wordt?

broers, loyaliteit, mishandeling

Altijd de beste maatjes geweest.

Samen de klappen opgevangen van een dronken vader die elke dag óf de één, óf de ander in elkaar sloeg.

Ze weten niet wat erger was; zelf de klappen incasseren of er getuige van zijn dat de ander het slachtoffer van de dag was.

De broers waren vrienden, tot de dood.

Vader had ervoor gezorgd dat ze zo sterk met elkaar verbonden waren, samen boos, teleurgesteld, beschadigd.

Moeder was vertrokken toen ze 4 en 6 waren. Ze hadden geen contact met haar. En toen op 8 en 10 jarige leeftijd, hoorden ze van de tantes dat moeder dood was. ‘Gestorven van verdriet,’ zeiden ze. ‘Ze verdient niet beter,’ sprak vader. De verbinding met elkaar maakte de eenzaamheid dragelijk.

Toen de één uit huis ging, volgde de ander in dezelfde maand.

En ze zagen vader nooit meer.

Ze bleven elkaar trouw

Ze kregen beiden een relatie,

en ze bleven elkaar trouw.

Elke donderdag kwamen ze samen naar de kroeg, De Pelikaan. Een half woord genoeg.

Na al die jaren van pijn, was het in de bruine kroeg, met de liederen van Bob Dylan, Leonard Cohen, Johnny Cash, de vriendelijkheid van de kroegbaas, een soort van thuiskomen.

Maar wat geen van beiden voor mogelijk had gehouden, gebeurt: Er kwam verwijdering.

Vader in beeld

En dan komt het bericht dat vader in een verzorgingstehuis terecht is gekomen. De oudste zoon gaat bij hem op bezoek. Hij is onder de indruk van de eenzaamheid, de verlatenheid en het lijden. En ook al is het ingewikkeld voor hem, hij besluit hem elke maand een bezoek te brengen.

De jongste kan dat niet aan. Zijn liefste broer die nu ineens bij zijn vreselijke vader op bezoek gaat.

Het is te pijnlijk voor hem. De kroeg, daar gaat hij niet meer naar toe. Geen contact meer met zijn broer. En zo ontstaat de verwijdering.

De oudste blijft elke donderdag naar zijn kroeg gaan. Hij drinkt zijn biertje, kletst met de andere gasten, kijkt geregeld naar de deur. Hij zit er met hoop en pijn in zijn lijf.

Vanavond in De Pelikaan?

Een jaar houdt hij het vol, de jongste. En dan wordt het verlangen hem te sterk.

Hij stuurt een berichtje. ‘Vanavond in de Pelikaan?’

En daar zitten ze, de broers, aan hun tafeltje.

‘Ik kan het niet verkroppen, ik kan het niet begrijpen dat jij onze vader bezoekt. Ik snap het niet. Waarom? 

Ben je dan vergeten hoe hij je uit bed sleurde om je op je mieter te slaan, en maar bleef slaan, hoe hij met zijn vlakke hand op mijn achterhoofd sloeg dat mijn gezicht keihard op de tafel terecht kwam, weet je niet meer hoe hij over onze moeder sprak?’

De oudste knikt. Zijn ogen vullen zich met tranen.

‘Denk je er dan nooit meer aan dat hij de deur op slot deed en dat jij de hele nacht buiten geweest bent, en ik het hart niet had, om open te doen, doodsbang voor pa.’

Hij stopt. Het eeuwige schuldgevoel maakt zich weer van hem meester. Dat hij, omdat hij bang was voor zijn hachje, niet de moed opbracht om zijn broer te helpen. Hij vergeeft het zichzelf nooit.

De ogen van de oudste worden groot. ‘O, joh, oh, joh. Wat moet dat verschrikkelijk voor je zijn geweest. Te voelen dat je me niet kon helpen, redden. ‘O joh, dat heb ik me nooit gerealiseerd.’

Hij legt zijn hand op die van zijn jongste broer. ‘Joh, zucht hij, ‘wat was dat toch een rottijd.’

De kroegbaas komt langs, zet een kan met water, glazen en een bak met pelpinda’s neer. Hij knikt vriendelijk en gaat zonder iets te zeggen verder met zijn rondje.

Zo kan ik weer verder

‘Weet je,’ begint de oudste, ‘dat ik naar vader ga, betekent niet dat ik van hem houd. Dat weet ik helemaal niet. Ik ga alleen omdat hij mijn vader is.’

De jongste: ‘Het leek voor mij, dat nu ineens alles pais en vree was. Alles vergeten en vergeven en gewoon maar doorgaan, alsof er niets gebeurd was.’

De oudste aarzelend: ‘Ik weet het niet zeker, maar misschien doe ik dit alleen maar voor mezelf. Ik weet het niet zeker. Maar voor mij is het een manier om het boek te sluiten. Niet dat ik alles ga vergeten, maar ik wil niet dat het mijn leven nog langer beïnvloedt. Dat is het eigenlijk. Het is mijn weg om verder te kunnen.’

Hij kijkt zijn broer liefdevol aan.

‘Maar wel graag samen met jou.’

Ze bestellen nog een sterke espresso.

En als ze na een kwartiertje bij de deur staan, en in elkaars armen weer afscheid nemen, weten ze: Dit is voor altijd samen. Niets en niemand kan hun band kapot maken. Nooit. Ze zijn broers.

4 gedachten over “Broers”

  1. ???????? ❤️‍????❤️‍????

    Wat raken je verhalen toch altijd de diepste kern. En zo mooi, een mens heeft een keus. Ondanks de pijn.
    Pijn naast vergeving.
    Het een sluit het ander niet uit.
    Dit verhaal laat de rauwe werkelijkheid zien, dat dingen naast elkaar bestaan. Elk hart zijn smart. Zo levens- reëel.
    Leerzaam en inspirerend Geertje.

    Groet!
    Heleen

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *